fbpx

7 september 2020

En toen had ik ineens een trombosebeen

Ruud van der Breggen kreeg last van zijn been, maar had geen klassieke kenmerken van trombose. Door een eerdere longembolie was hij echter alert, en besloot toch naar de huisarts te gaan.

Niet te definiëren gevoel

“De pijn begon op een regenachtige zondagmiddag tijdens een wandeling. Een niet helemaal te definiëren gevoel; was het een verrekte spier, een beknelde zenuw of misschien een trombosebeen…? Door een longembolie een aantal jaren eerder was ik me altijd bewust dat er zoiets kon gebeuren.

Mijn been was niet rood, stond niet strak en een behandeling met een massageapparaat leek verlichting te brengen. ’s Nachts begon de pijn heviger te worden en maakte dat ik niet in slaap kon komen. Met wat paracetamol werd het minder.”

Geen klassieke kenmerken

“Maandagochtend vroeg was de pijn nog heviger en begon het besef door te dringen, dat dit toch echt een trombosebeen zou kunnen zijn. Echter, nog steeds geen klassieke kenmerken als een glanzend rood been e.d. Ik belde de huisarts en kon gelukkig snel terecht.

Ook de huisarts twijfelde. Het been was niet noemenswaardig dik en niet rood en glanzend. Toch vertrouwde ze de klachten niet en maakte een afspraak in het ziekenhuis voor diezelfde dag.”

Flinke blokkade

“In de uren tussen het huisartsenbezoek en het onderzoek in het ziekenhuis werd mijn been echter steeds dikker. In het ziekenhuis werd ik direct in een rolstoel gezet, werd er bloed afgenomen en daarna kreeg ik een echo. Binnen enkele seconden werd duidelijk dat er een flinke blokkade net onder mijn knie zat.

Wat op dat moment heel gek voelde, was dat ik niet direct bloedverdunners kreeg, maar zelf naar de ziekenhuisapotheek moest lopen om mijn medicatie op te halen. Ineens was de rolstoel niet meer nodig. Omdat mijn onderzoek nog in de coronatijd viel, moest ik zelfs via een behoorlijke omweg het ziekenhuis verlaten.

Al met al heeft de medicatie zijn werk gedaan en werd mijn been snel dunner. Ook de pijn verdween gelukkig snel. Na ongeveer een week zwachtelen, mocht ik een steunkous laten aanmeten.”

Zwarte kous

“De standaardkous is een soort caramelkleur. Deze kleur deed mij aan een heel oude tante denken die altijd een kous had, en daar voelde ik me nog net wat te jong voor. Omdat ik niet als een Playmobil poppetje wilde rondlopen, was mijn uitdrukkelijke wens een zwarte kous! Dat had nogal wat voeten in aarde (maatwerk i.v.m. lange benen en de kleur zwart) en het duurde twee weken voordat ik mijn kous kon ophalen. In de tussentijd heeft de huisartsassistente steeds mijn been opnieuw gezwachteld.”

Redelijk behendig

“Inmiddels ben ik redelijk behendig geworden met het (liggend) aan- en uittrekken van de kous; dat lukt met een plastic hulpkous die beperkt in lange maten beschikbaar is. Je kan prima met de kous zwemmen en weer laten opdrogen en het overdag dragen geeft nauwelijks belemmeringen.

Wat mij opvalt is dat er nu ten gevolgen van het trombosebeen en het gebruik van bloedverdunners/antistolling, er voor mij een situatie is ontstaan van minder risico op stollingen, trombose of embolie dan voorheen. Een prettige gedachte lijkt me. Je zal maar in het buitenland zijn en terug vliegen met een trombosebeen: bloedlink dus.”

Bij twijfel naar de dokter

“Mijn advies is dan ook: bij twijfel altijd naar de dokter gaan en benoem jouw eigen verdenking. Ik heb in elk geval mijn huisarts hartelijk bedankt voor het stellen van de juiste diagnose en directe doorverwijzing.”