7 september 2020
Gitte Polderman (49) moet levenslang antistollingsmiddelen slikken vanwege o.a. boezemfibrilleren. Daarnaast heeft ze andere chronische aandoeningen. Ze is extra kwetsbaar voor het coronavirus. Gitte vertelt hoe zij nu leeft en deelt 5 beweegtips.
Veel mensen die antistollingsmiddelen slikken, maken zich extra zorgen over corona. Sommige mensen weten zelfs zeker dat zij in de risicogroep vallen, bijvoorbeeld vanwege hun leeftijd of door een combinatie van gezondheidsklachten. Tot die laatste groep behoort Gitte Polderman. En dat maakt dit een lastige tijd.
Chronische aandoeningen
Gitte Polderman heeft sinds haar 16de chronische gewrichtsproblemen: “Ik werd geboren met heupdysplasie. Dat kun je bij baby’s en kleine kinderen gewoon verhelpen, maar dat is bij mij niet gebeurd. Ze kwamen erachter toen ik 16 was. Mijn heupen waren al versleten. Op mijn 30ste had ik al twee heupprotheses.
Onder andere doordat ik anders ben gaan bewegen, zijn er meer gewrichten beschadigd, zoals mijn enkels. Ik heb rug- en nekhernia’s. En ik ben hartpatiënt en heb last van boezemfibrilleren, boezemflutters en coronaire vaatdysfunctie. De doorbloeding in mijn benen is slecht door alle operaties. Kort gezegd: een hele rij dingen waar ik eigenlijk te jong voor ben.”
Versoepeling = extra risico
Waar Gitte ook te jong voor is: het isolement dat de coronatijd met zich mee brengt: “Ik ben door mijn gezondheid al veel thuis was en mijn wereldje was al kleiner geworden. In die zin is het isolement herkenbaar, maar ik vind het nu echt lastig. Juist ook nu met de versoepelingen. Ik wil er echt elke dag even op uit, maar het is steeds lastiger om afstand te houden. De terrassen zijn open en mensen gaan de straat op. Mijn ommetje was gemakkelijker toen iedereen nog binnen zat. Ik hou soms mijn hart vast.”
Knuffelangst
“Ik word normaliter soms gek van alle medische afspraken die ik heb, maar in maart werd het wel heel stil. Al die zorgverleners houden je ook in het gareel. Zonder fysiotherapie heb ik bijvoorbeeld meer pijn. Er kan nu meer, maar ik durf het niet altijd aan. Ik heb bijvoorbeeld met de tandarts overlegd en we stellen de controle uit. Sommige zorgverleners vinden het zelf geen goed idee om mij nu te behandelen. Sommige vrienden blijven ook weg. Dat is ook logisch, want ze willen me natuurlijk niet in gevaar brengen. Gelukkig komt een vriend wel wekelijks langs en zie ik nu weer meer mensen. Een knuffel geven doen we niet. Ik las over huidhonger. Dat herken ik ook echt wel.”
Niet sterk, maar taai
“Ik deel mijn verhaal, omdat ik weet dat meer mensen hier ook mee zitten. Je hoort over mensen die nu echt in de put zijn. Soms heb ik ook echt slechte dagen. Alleen een robot kan altijd positief zijn. Mijn moeder zei altijd: ‘Ik ben niet sterk, maar taai’. Daar probeer ik ook naar te leven. Dan zeg ik: ‘Kom op, Git’ en dan ga ik gewoon weer verder. Ik ben boekhouder en help ik nu af en toe ondernemers, bijvoorbeeld met de TOZO-uitkering die er nu voor corona is. Zo draag ik ook mijn steentje bij en dat voelt goed.”
Ondanks haar klachten, zit Gitte niet stil.